22dagen durende reis doorheen de buik van Noorwegen met eigen auto en aanhanger.
31 juli 2016
Na de inpak van de koelkast, met inhoud, en de laatste spullen (kussens, mondvoorraad,…) worden de kinderen gewekt. Die verhuizen met hun kussens en handbagage naar de auto en zetten min of meer hun nachtrust verder.
Na het afzetten van glas en plastiek afval in Nieuw-Namen, kijkt Leon in Verrebroek nog even de bandenspanning van alle banden na.
Daarna, ondertussen is het 8u, start de reis definitief. De TomTom ingesteld op Hamburg en de kaart op mijn schoot gaat het richting Eindhoven. Kids slapen blijkbaar nog niet en gebruiken de laatste kilometers om nog enkele berichtjes te verzenden naar de nodige vrienden. Eens de grens over, keert de rust weer op de achterbank, telefoon op vliegtuigstand voor de rest van de vakantie.
Ter hoogte van Venlo wordt er op de parking van Shell even gestopt voor het ontbijt. Sandwiches, hardgekookte parelhoeneitjes en kippenboutjes worden uit de koelkast gehaald. Enige minpunt : de koffiethermos houdt de koffie niet meer zo warm.
De reis verloopt rustig over Duitsland. Na Venlo trekken we richting Münster en zo naar Osnabrück.
Op dit laatste stuk kregen we, ondanks dat het zondag was en er (bijna) geen vrachtwagens op de baan waren, te maken met stau en dit ter hoogte van de vele werkplaatsen op dat stuk. We schieten dus niet zo super op. Iets voorbij Osnabrück een stop voor een late lunch.



Daarna gaat het toch wel vlot. We tanken nog even ter hoogte van Bremen en rijden verder richting Hamburg. Net voor we de ring oprijden, trekt Leon nog even alle doppen van de wielen van de aanhanger aan. 1x de ring van Hamburg met een wiel minder nemen is genoeg voor ons. Eens Hamburg voorbij valt er een hoop spanning van mijn schouders.
We rijden verder tot Neumuster, camping Forellensee. Niet zo ver als het gehoopte Flensburg, waarschijnlijk door de stau onderweg, maar toch blij dat we Hamburg voorbij zijn en dit niet moeten passeren in de volle maandagmorgenspits.
Op de camping is het tentenveld achterin. We vinden een mooi plekje met op de achtergrond een meer. Jammer van de vele stacaravans. De toiletgebouwen zijn proper. Het avondmaal is snel klaar door de thuisgemaakte spaghettisaus.

’s Avonds nog een wandeling op het domein van de camping en dan tijdig naar bed.
De buur-Nederlander komt verwonderd na een sanitaire stop langs onze opstelling. Hij is heel nieuwsgierig en stelt dan ook de vraag aan Leon of het zelfgemaakt is. Hij krijgt daarop een korte ja. Hopende op meer uitleg, stelt hij nog een vraag, die daarop even kort beantwoord wordt. Het socialiseren is ditmaal niet zo’n succes. Leon houdt van rust en zeker niet van landgenoten.
1 augustus

Na een verkwikkende nachtrust, wordt er snel voor ontbijt gezorgd terwijl Leon de daktent inklapt en de jeugd hun tent afbreekt en zich klaarmaakt. Na het overhandigen van de sleutel (sanitair blok), rijden we weer richting autosnelweg met als doel Malmö (Zweden). Onderweg rijden we langs de plaatselijke baan en komen zo langs de vermoedelijke plek waar we 2 jaar geleden onze nieuwe banden ophaalden.
We naderen langzaam de grens met Denemarken. Ditmaal niet zo’n vlotte overgang. Iedereen moet op 1 strook rijden. Hele stukken zijn afgezet, auto’s worden snel maar grondig bekeken en gesorteerd. Vooral vrachtwagens, bussen en Polen, Roemenen ed worden eruit gehaald. Wij mogen verder rijden. Oef.



We rijden verder en net voor Odense houden we een stop. De brug van Nyborg wordt weer druk gefotografeerd. Vermoedelijk levert het gelijkaardige foto’s op van 2 jaar geleden, alleen strooit regen een beetje roet in het fotograferen. Gelukkig blijft het bij enkele buitjes. Een stop net voor Kopenhagen en dan richting Øresundbrug. Het blijft een fascinerende brug. Ook hier worden weer duchtig foto’s geschoten.




Ditmaal zonder problemen met het “grensplaatje” op de foto te krijgen. Vermits de grens op de brug ligt, volgt een eventuele douanecontrole aan het einde van de brug plaats, na het betalen van de tol. Omwille van Markies moeten we normaal langs het bordje met de rode kleur “to declare”. Dit keer moet iedereen langs daar, een lange rij ontstaat. Ook hier een zware selectie, bussen gaan sowieso aan de kant. Ook hier mogen we door, zonder enige controle. Zit ik klaar met alle mogelijke documenten en worden ze niet bekeken. Het lijkt wel of de regenwolken in Denemarken achter zijn gebleven. Met een mooie zon aan de hemel rijden we verder in Zweden. Het mooie gebied buiten Göteborg zullen we niet halen, daarom stellen we de gps in om tot de camping te rijden uit het boekje “Rustiek kamperen”. Na nog een tankbeurt komen we aan in Barsebäck. Door het rustiek kamperen betekent dit dat er niet veel stacaravans zijn en veel plek is voor eenieder. Omdat we vlak aan de zee zitten, de camping heeft een eigen pier en strand, is er wel behoorlijk wat wind. We zetten ons zo dat de tafel en de tent van de kinderen kan staan tussen een lege stacaravan en de aanhanger.
Ook nu wordt er gekookt terwijl tenten worden uitgeklapt of opgezet. Dit laatste niet zonder de nodige discussie.


Na het eten gaan we met z’n allen Markies uitlaten en even proeven van het mooie wandelgebied rond de camping. We redden het tot op de pier.
Vermits honden niet toegelaten zijn op het strand, buigen we af richting tent. Een vrolijk bruine daktent steekt uit boven de vele campers en caravans.
Ergens aan het toiletgebouw in een hoekje van het tentenveld staat een Land Rover Defender die is omgebouwd. Ideeën worden opgedaan en Leon en ik dromen weer een beetje verder.
Vermits de zeelucht, maar ook de autorit een beetje vermoeid zijn, wordt ook nu weer tijdig het bed opgezocht.
2 augustus


Terwijl de daktent al is ingeklapt, doet Yuthan moeite om zijn zus te wekken, ze wordt met matje en al uit de tent gesleurd en slaapt rustig verder (of doet alsof).
Yuthan breekt ondertussen wel de tent af en ontbijt wordt klaargezet. Terwijl Jitse zich gaat klaarmaken, maken Leon en ik nog even in de buurt een wandeling met Markies. Het is echt een mooie omgeving en staat bekend om zijn wandelwegen. We maken er niet echt uitgebreid gebruik van en vertrekken verder noordwaarts. Nog geen kilometer van de camping verwijderd, op de weg naar de autosnelweg, merken zowel Leon en ik bijna gelijktijdig op dat we op die weg al gereden hebben. We reden er namelijk 2 jaar geleden ook, toen we onze laatste wildkampeerplek verlieten en ook richting autosnelweg reden, alleen was het toen richting huis. De achterbank heeft de opwinding in de gaten en de uitleg wordt verstrekt. Wederom komt er van Jitse de reactie : “dat jullie dat nog weten, waar houden jullie je toch mee bezig, straks krijgen we nog de exacte datum ook”. Ze had gelijk, die werd gegeven.
We rijden verder. We stoppen bij een groot winkelcentrum langs de autosnelweg om wat brood te kopen. Voor Leon vinden we nieuwe smaken vriendjes (Fishermans friend). Hij is opgetogen. Vermits we zo snel mogelijk in Noorwegen willen zijn, beperken we de stops. We eten nog onderweg en tanken. Gek genoeg krijgen we in Zweden bij een tankbeurt maar voor 395SEK per beurt benzine. Leon neemt dan maar 2 beurten omdat we weten dat in Noorwegen de benzine duurder is, zo komen we toch met een volle tank over de grens. Onderweg krijgen we af en toe een regenbui.
Net voor de grens maken we ook nog een kleine stop en bekijken de kaart even. We zijn er nog steeds niet uit of we nu met de ferry gaan of nog vele km richting Oslo om dan zo over Drammen richting Larvik te trekken.



Ook hier bij de grensovergang een stevig controle. Je merkt dat vanuit een uitkijkauto wordt aangegeven welke voertuigen er aan de kant dienen te worden gezet. Wij mogen ook hier verder en komen dus eigenlijk Noorwegen binnen zonder noemenswaardige controle en wel met een hond in de auto. Een volgende oef, ontsnapt aan mijn lippen.
Uiteindelijk beslissen we “even te gaan te kijken” aan de ferry in Moss. Het blijkt echter dat het ineens inschepen wordt want er is a) geen infostand en b) het inschepen is al volop aan de gang. We rijden dan maar op de boot. Ik vind het prima, ik vaar graag en dit gaat veeeel sneller want op een half uur zijn we aan de overkant in Horten. Tijdens het inschepen is het erg aan het regenen en boven het water hangt erg dreigende lucht. Terwijl we varen proberen we toch aan dek te blijven vooral voor Markies maar ook omdat het weer langzaam opklaart en we zo toch beter kunnen genieten van de lucht en het uitzicht. Het is een rustige overtocht. We kunnen op een aangename manier even ontspannen. Eens van de boot zetten we ons even aan de kant en vragen de GPS een camping te zoeken.





De eerste is een veel te grote, met vooraal heel veel caravans. We kiezen even verder te rijden en vinden er één aan de andere kant van het dorp. Daar is aan de ene kant van de weg een plek voor kortverblijvers en aan de overkant een plek vol hytters en stacaravans. Een hele vriendelijke juffrouw helpt ons en we vinden al snel een plekje tussen enkele Noren. De ene al met een groter caravan dan de andere. We staan er, net als 2 j geleden weer van versteld hoe die kleine wieltjes die enorme caravans kunnen voortrijden en in balans houden. Het wordt een vlotte opzet van tenten en ook het koken gaat vlot. We kunnen dan ook snel aan tafel. Terwijl de kids afwassen en wat op hun gsm zitten (er is free WIFI), gaan wij een wandeling maken met Markies op het terrein van het bedrijf dat aan de camping grenst en een bos als rand heeft. Het wordt geen vlotte wandeling want ik ontdek een boel frambozenstruiken. Mmmm. Na nog wat UNO te hebben gespeeld kruipen we in onze tent en slapen prima.
3 augustus

Terwijl we op een relaxte manier opruimen komt de buur Noor even socialiseren met Leon. Hij vindt de aanhanger best intrigerend. Hij heeft ook alle stickers aan de achterzijde bestudeerd en stuurt daardoor een boel vragen richting Leon. Ditmaal komt hij er niet met een simpele ja (yes) vanaf. Het wordt een hele babbel. En net als we denken dat we kunnen verder doen, komt hij terug en zet zijn vragenvuur verder. Hij was enkel even zijn kop koffie gaan bijvullen, want dat babbelde blijkbaar makkelijker.Uiteindelijk geraken we vertrokken en trekken naar Tønsberg centrum. Best verwarrend als boven de weg een verkeersbord aangeeft “ikke stopp/do not stop” terwijl we het centrum inrijden. We parkeren onze auto aan een kerkhof en stappen richting centrum van het oudste stadje van Noorwegen. We passeren een buitenlands marktje met Franse en Hollandse kazen. We wandelen langs de kaden van het Hanzestadje en bezoeken er de Domkirke en klimmen bergop naar het Slottsfjellet Tunsberghus. Onderweg kopen we enkele broodjes om te lunchen.










We rijden verder naar Verdens Ende, of beter het einde van de wereld. Voor we echt verder gaan, lunchen we eerst en de laatste kippenboutjes en eieren worden verorberd. Kids verkiezen een plekje op de rots hoog en droog. Broodjes worden aangereikt want eens ze zitten kunnen ze er niet zo vlot meer af.
Parking wordt betaald, de nodige truien meegenomen want we vermoeden dat het er kan waaien en stappen het wandelpad af. Aan de hoeveelheid auto’s op de parking en de foto’s die er hangen als reclame, vermoeden we grote drukte. Gelukkig niet.We bezoeken een vissershuisje en wandelen verder over de rotsen. Begroeiing is er nauwelijks en de golven beuken tegen de rotsen. Mooi. Rustgevend. Na de nodige sprongen en passen keren we terug naar de auto en rijden richting Skien.
Daar bezoeken we het einde van hetTelemarkkanaal. We hoopten iets meer te zien dan enkel een sluis en een kaart. Maar hebben dit dan toch gezien. We slenteren even door het stadje en rond de kerk daar. Ondertussen voorbijgestoken door velen die op Pokemonjacht zijn.
We zetten onze weg daarna maar verder richting Mandal en op gaan via de GPS op zoek naar een camping. Ondertussen is het hard beginnen regenen. Camping 1 is weer geen succes wegens te veel caravans. We rijden dan maar via een mooi bergweggetje naar een andere camping. Het blijkt op een boerderij te liggen. Door de vele regen (blijkbaar ook van de voorbije dagen) zien we dat het terrein erg nat ligt. Gelukkig heeft de dame ook enkele hytter ter beschikking. We besluiten dan maar ons daar in te nestelen. Nadeel, ons slaapgerief ligt mee opgeplooid in onze tent, de kussens en slaapzakken van de kids gelukkig niet, die liggen in de auto of in de aanhanger. We verzamelen nog wat fleecedekens uit de auto zodat we toch kunnen slapen. Leon heeft het gelukkig niet snel koud en ik behelp me met mijn sjaal en sokken. Voordeel, we moeten geen tent opzetten en de volgende dag afbreken in de regen. Het is er inderdaad erg nat en ik besluit dan maar om mijn badslippers aan te doen om zo naar het wc-gebouw te kunnen lopen. Het is een raar geluid dat te voorschijn komt als we over het gras lopen. We komen dan ook gierend van het lachen terug binnen, dat het regent zijn we weer vergeten. De nodige attributen worden uit de aanhanger binnengezet zodat er kan gekookt en gegeten worden. Na een avondje UNO gaan we dan toch op tijd naar bed.
4 augustus


3 van de 4 sliepen goed, ik iets minder. We besluiten nog snel te douchen en terwijl de kinderen douchen wordt het ontbijt klaargemaakt en wat weer kan ingeladen worden, wordt al in de aanhanger of de auto gestoken. Het is gelukkig droog buiten.
Met een mager zonnetje trekken we richting Kragerø. Het lijkt een mooie dag te worden, maar het begint jammer genoeg te regenen. Jassen aan en zo bezoeken we het stadje. We zijn ook nog steeds opzoek naar een nieuwe thermos voor Leons koffie dus maken van de gelegenheid gebruik ook de winkeltjes van binnen te bekijken.



Na ons bezoek rijden we verder richting Risør. Onderweg stoppen we even om te lunchen. Met de zon weer aan de hemel en heerlijke frambozen aan de rand van het plekje wordt het een gezellig moment. Ik beleg mijn broodje met de versgeplukte frambozen. Wederom mmm.
Terwijl het weer alsmaar verbetert, rijden we richting Risør. Een gezellig stadje waar net op dat moment een botenfestival is. Tientallen houten zeilboten, al dan niet vikingsschepen, liggen er aangemeerd in de haven. Het is er gezellig en fijn om even door te wandelen.





Nadien rijden we verder richting Kristiansand. Niet echt een stad om te bezoeken dus in de latere namiddag rijden we er voorbij richting Mandal. Het wordt avond en na af en toe een buitje,tijd om de tent op te zetten. We vinden een camping langs de weg : camping Sandnes. En daarmee bedoel ik echt langs de weg : de vangrail staat 10m vd tent. Maar toch is het rustig. Aan de overkant van de weg ligt een meer waarop kan worden gevist. Ook hier het avondsenario : Leon de daktent en de bench, kids hun tent, ik koken. Na een dik half uur zitten we rond de tafel en trekken we niet alleen de ogen van de medekampeerders door de daktent, maar ook door de snelheid van eten op tafel, zo lijkt het wel. Het is wel opvallend hoeveel honden en avondwandelingen er onze kant opkomen.
De camping valt uiteindelijk best mee en heeft erg proper sanitair. Er wordt zelfs heel grondig gerecycleerd. Ook nu weer wat UNO en na onze korte wandeling langs het meer, de tent in.
5 augustus


Voordeel van flink door te rijden de vorige avond, zorgt ervoor dat we snel in Mandal zijn. Dit is de meest zuidelijkste stad van Noorwegen, en heeft de grootste nog gebruikte houten kerk. Deze laatste is jammer genoeg gesloten maar we wandelen er toch om heen, bekijken de omgeving en wandelen nog wat langs de kade, vooraleer we even langs de winkel gaan voor wat eten.







Ondertussen genieten we van het mooie landschap en rijden verder naar South Cape, het meest zuidelijkste punt van Noorwegen, dit in tegenstelling tot de Noordkaap. Het bevindt zich in Lindesnes en meerbepaald de vuurtoren daar. Op de parking verorberen we onze lunch en kijken geamuseerd toe hoe een Belgische camper de parking opdraait, niet zozeer de camper maar het is dezelfde die daags voordien in Risør een babbel met ons deed. (allez de eigenaar niet de camper zelf).
Na de inkom te hebben betaald, wandelen we met 4 naar de toren, Markies doet het prima omdat er ook voldoende gras is waarover hij naar boven kan gaan. Leon en kids beklimmen de toren terwijl ik beneden aan de voet blijf met Markies en geniet van het beuken van de golven op de rotsen. Daarna wisselen Leon en ik mekaar af. Het is lang geleden dat ik niet helemaal in paniek geraak als ik ergens bovenop sta samen met de kinderen.












Na de wandeling terug naar beneden en de aanschaf van een souvenier om samen met het Noordkaapsouveniertje en anderen op de kast te staan, wandelen we weer richting auto. We rijden met mooi weer richting Flekkenfjord, het meest westelijkste stadje van Sørlandet. Hier kuieren we door het stadje en brengen een bezoek aan de Hollanderbyen, een wijk die destijds is gebouwd door Hollandse houtexporteurs. Ook hier vinden we smalle straatjes en de typische witte houten huisjes van aan de kustlijn.
Ondertussen hebben we de weerberichten grondig kunnen bekijken en hebben we gezien dat zaterdag nog een goede dag zal zijn, en dat er daarna veel regen wordt verwacht. Willen we de Preikestolen doen met goed weer moeten we doorrijden en die kant op gaan.








Na ons bezoek en een tankbeurt rijden we dan ook verder naar Lauvvik. Daar staan we even in de rij voor de ferry naar Oanes. We moeten een boot laten gaan omdat er teveel mensen staan aan te schuiven. Eens het onze beurt is, verloopt de overtocht vlot. Enkele kilometers verder willen we op de camping gaan staan, maar willen eigenlijk niet op de te toeristisch Preikestolencamping zelf gaan staan. We zoeken met behulp van de GPS een andere. Deze is jammer genoeg niet meer toegankelijk voor tenten en bestaat enkel nog uit de verhuur van hytter. De Preikestolencamping blijkt even later echter volzet. Met behulp van TOMTOM gaan we op zoek naar een derde mogelijkheid. De GPS brengt ons via een ongeloofelijk bergweggetje (niet evident voor wagen en aanhanger) naar de erg rustige camping Wathne, gelegen aan een meer.
Blijkbaar is het een erg nat seizoen want de echte tentenwei is onderdeel van het meer geworden. De vriendelijke uitbaters (ingeweken Amerikanen) laten ons elders een plekje kiezen. We vinden iets dat haalbaar is, dichtbij het sanitaire gebouw en op een kleinere tentenwei want bij de caravans willen we niet staan, daar is de weide helemaal stukgereden en voorts zijn we een beetje bang om vast te rijden. We zijn tenslotte niet met een 4×4 op pad.
Snel worden de tenten gezet en ook nu weer komen vele blikken onze kant op. Ook van 2 Belgische dames op pad met tent en dochter en van een Belgische fietser met tent. Deze info wordt ons door onze kids bezorgd, zij zijn eerder van het verbroeder- en socialiseertype dan wij.
Het wordt een rustige nacht.
6 augustus

Vroeg uit de veren want we weten dat we nog een half uurtje moeten rijden en we de Preikestolen voor de regen willen hebben beklommen. Wonder boven wonder lukt het om tegen bijna half negen te vertrekken. We rijden hetzelfde bergweggetje naar beneden ditmaal. Het gaat merkelijk vlotter zonder aanhanger. Onderweg kopen we nog snel wat broodjes voor onze picknick.
We vinden een plekje op de parking. Wandelschoenen worden aangetrokken en laatste sanitaire stop genomen en dan wordt de tocht aangevat. Het eerste deel van het pad is een gewoon grindpad. Later zal dit evolueren in rotsen, traprotsen, plankenpaadjes over vochtige veengrond en zo meer. Soms omhoog, soms omlaag en soms even vlak. Af en toe een stromend riviertje dat over de rotsen vloeit en een welkome bron voor Markies vormt. Vermits het zaterdag is, en er regen wordt voorspeld is het behoorlijk druk bij de start. Onderweg bij mogelijke stopplekken komen we wel steeds dezelfde mensen tegen. Ons klimritme is voor mij ok, ook Markies kan mee, af en toe moeten we hem even sturen aan zijn handvat (gareel) of even een rots optillen. Yuthan en Jitse vinden het af en toe te traag en lopen dan even voorop om dan op ons te wachten. Eigenlijk is de temperatuur best te doen, niet te warm, niet te koud, en af en toe de zon. Eens wat hoger en bij het oversteken van weer eens een plateau steekt er toch een koude wind op en lijkt het wel of er mist valt. We besluiten om onze jassen aan te doen om niet te veel af te koelen. Geleidelijk aan komen we bij het einddoel maar genieten onderweg al van mooie uitzichten. De mensenstroom heeft zich gelukkig wat verdeeld zodat we niet over mekaars voeten dreigen te vallen.
En dan het laatste stukje: richting 600m naar beneden gaande steile rots.







Op het plateau is het toch best druk. We vinden een mooi plekje en een slachtoffer om een foto van ons 4 te maken. Deze overwinning mag bij mij best naast deze van de Ben Nevis hangen. Leon neemt ondertussen foto’s en ook de kids met hun gsm. Ik probeer mijn zenuwen de baas te blijven en doemsenario’s te verbannen zodat ik toch ook een beetje van het uitzicht kan genieten. Leon besluit om nog iets verder te klimmen om zo de wand van de steile rots te kunnen fotograferen. Tot dan gaat het goed. Eens ook de kids om beurt mee naar dat plekje trekken en steeds verder naar voor stappen om toch maar een betere foto te kunnen maken, begeven mijn zenuwen het toch echt. Als dan ook omstaanders ongestoord richting rand rots trekken en halsbrekende toeren uithalen, wordt het me echt teveel. Enkele hartkeks en water later, vatten we onze terugtocht aan. Onderweg steeds gehinderd door opklimmende mensen. Toen wij eerder die dag naar boven gingen was het nog vroeg en waren er nog niet zoveel dalers. Nu passeren we mensen vanallerlei slag : stevige wandelschoenen, turnsloefen, sneakers, sandalen, mensen met zware rugzakken, mensen met enkel een flesje water, mensen met niks, kinderen, ouderen, het was er allemaal.
Na een kwart te zijn gedaald, plakken we ons op een rots om onze broodjes te beleggen en te verorberen. Daarna wordt de afdaling verder ingezet, over hetzelfde pad. Alles verloopt vlot, kids lopen wat voorop, wachten even, Markies wordt af en toe bijgestuurd en drinkt ook nu van de beekjes, en Leon en ik wisselen het gezelschap van Markies af. Toch merk ik wel dat de hoge rotstrappen niet evident zijn voor mijn rug en beneden merk ik ook dat Leon last heeft van zijn voet (maar dit natuurlijk niet wil bekennen). We laten in de laatste plas Markies even wandelen en zitten, het liggen lukt niet, zodat hij toch redelijk schoon en zonder al te veel slijk in de auto kan.
Aan het infocentrum gaan we op zoek naar ijsjes. Vermits er alles met chocolade is, en dus Yuthan niets kan eten, nemen we er geen. Een souveniertje wordt wel aangeschaft. We stappen weer in onze auto na de schoenen te hebben verwisseld, rijden naar de winkel voor vlees en groenten en naar de camping. Ditmaal niet over het bergweggetje maar over de “normale” weg. Onderweg bekijken we nog even een kerk, ditmaal alleen aan de buitenzijde. Iedereen gaat douchen, muntjes worden uitgedeeld. Terwijl het bij de heren echt 5min douchen is voor 10 kronen, kan Jitse onbeperkt blijven staan onder het warme water. Later ontdekt ze zelfs dat ze ook kan douchen zonder te betalen. We eten vroeg en genieten nog van het mooie landschap rond de camping. Kids spelen met het kleine meisje van de Belgische dames, en testen alle driewielers uit. Best hilarische taferelen met momenten.





Rond 20u besluiten de kids dat het tijd is om eens in het meer te gaan zwemmen. Zwemgerief wordt bovengehaald, ze kleden zich om en Leon trekt mee naar de plek gewapend met zijn fototoestel. Het levert mooie plaatjes op en de kids amuseren zich. Blijkbaar werkt het aanstekelijk want wanneer onze kinderen bijna uit het water gaan, trekken enkele Noren hun zwemkledij aan om het water te trotseren.
Ook deze avond wordt afgesloten met enkele partijtjes UNO. Een welverdiende nachtrust wacht.
7 augustus

’s Nachts beginnen de druppels te vallen. Soms vele, soms minder. We kunnen toch droog ontbijten. Wonder boven wonder heeft niemand echt veel last van de tocht de vorige dag niet, zelfs Markies niet. Met de auto richting Tau langs de normale weg. Daar parkeren we hem en wachten even in het lokaaltje op de ferry. We nemen de ferry Tau –Stavanger, maar ditmaal te voet. Het is te gek om de auto mee te nemen als hij in Stavanger toch thv de haven moet worden geparkeerd. We lopen over het rooster de boot op, Markies vindt dit niet zo fijn aan zijn pootjes en we moeten hem af en toe meenemen aan zijn gareel. We nemen de lift naar boven en Leon, Markies en ik zetten ons op de plek die bestemd is voor mensen met een hond. Af en toe gaat Leon wat foto’s maken.



Terwijl we op de boot zitten regent het buiten behoorlijk. Eens aan de overkant blijft het de verdere dag droog. Zo kunnen we op een fijne manier de duurste stad van Noorwegen bezoeken. We wandelen door de stad. Bekijken de oude stad en de kaden. We picknicken voor de deur van de bakker. De enige open op zondag(voormiddag). Voor Leon en mij is er als dessert een heerlijk kaneelbroodje. Tegen 13u is de Domkirke open. Familieticket wordt aangeschaft en Yuthan blijft als eerste buiten met Markies, hij wordt later afgewisseld door Jitse. Yuthan houdt het ook snel voor bekeken en zo vormen broer en zus dan buiten samen met Markies een perfect clochardtrio. Wij genieten nog verder van het moois in de kerk. We trekken nog naar de Valbergtårnet. Een toren met uitzicht over de gehele stad en die vroeger dienst als waarschuwingsplek ingeval van brand. Niet onbelangrijk als je weet dat je met een houten stad te maken hebt. We wandelen op ons gemak nog door de stad maar moeten dan lopen voor de boot. Anders hadden we 1 uur moeten wachten. Het lopen is niet zo’n goede zaak voor Leon, mijn rug en Markies. Maar we halen het net. Terwijl de laatste voet/poot de boot raakt, sluit de bareel en vaart de boot af. Ook tijdens deze boottocht regent het. Markies ondervindt toch hinder van het lopen. Gelukkig zijn we tijdig thuis, ook al maken we op de terugweg nog even een ommetje door het landschap op zoek naar een kerk, die eigenlijk fout in de Trotter staat. Daar staat dat in Oanes een kerkje is, maar de uitleg is deze van de kerk in Årdal.









Omwille van de wind worden de luifels opgezet.
Zo is het aangenamer koken. We besluiten om toch maar even in de tent te eten en ook daar wordt UNO later op de avond gespeeld. Terwijl de kids gaan afwassen beginnen we al een deel netjes te steken en in te pakken zodat het makkelijker is de volgende dag. Ondertussen zijn op het tentenplein vele nieuwe gezichten gearriveerd. Jammer genoeg ook weer een boel gele platen. Gelukkig blijft het voor het grootste deel wel droog, het is alleen erg winderig. Het wordt al bij al een rustige avond.
8 augustus

Na een winderige nacht wordt er ingepakt en opgeruimd. We besluiten om onder de luifel van de receptie te eten zo kunnen de eerder opgeborgen tafel en stoelen blijven zitten. Het is er droog en uit de wind. En gezellig doordat Betty (de dame van de camping) af en toe een praatje komt maken. We nemen onze tijd om te ontbijten, te kletsen en nadien af te wassen en bekijken het Hollands koppel dat profiteert van de gratis koffie, mogelijkheid tot gratis opladen van hun mobiel netwerk. En luisteren mee naar hun plannen voor de volgende dagen. Zij willen de wandeling maken en krijgen een hele toer uitgelegd door Betty. Toch jammer dat we verder trekken, bedenken we onszelf want de uitgelegde wandeling lijkt mooi. Alleen gaan zij het nu doen met paraplu (?!?).
We vertrekken uiteindelijk en krijgen voor de verandering een regenbui en een tunnel voorgeschoteld. Vandaag rijden we dan maar naar Årdal. Er zijn daar 2 kerken. De eerst wordt als de mooiste beschouwd, niet zo zeer van buiten dan wel van binnen. Deze Årdal Gamle Kirkje bevat mooie fresco’s.
Maar de nieuwe kerk is mooi en bevat een spectaculair glasraam. Deze vroege stop is dus meer dan een succes.
We rijden verder richting Sand. Deze weg staat bekend als erg mooi, alleen maakt de regen er een ander schouwspel van. Met momenten voelen we in een Harry Potter-film of bij de Hobbit. Het heeft wel iets.
In de gietende regen rijden we de ferry van Nesvik naar Sand op. Het fjord ziet er helemaal anders uit, en foto’s trekken vanuit de auto wordt vanaf nu niet meer zo evident omwille van de regendruppels op de ruit. Bruggen, tunnels en mistige fjorden wisselen elkaar af.













In Sand bezoeken we de Sandsfossen. Foss = waterval. We zien er ondertussen ook enkele zalmtrappen. Er zwemmen enkele ferme exemplaren in. We wandelen nog wat rond. Halen broodjes en lunchen onder een afdak van een leegstaande winkel, zo blijven we een beetje gespaard van de regen.
Terwijl we verder rijden in de regen en de fjorden, komen we de ene waterval na de ander tegen. Deze zijn erg luid en groots, waarschijnlijk door de vele regen van de gepasseerde dagen. De auto heeft wat moeite om de bergweggetje te nemen. Vooral de steile afdalingen bezorgen hem wat overwerk. We besluiten even aan de kant te gaan staan om zo ook de remmen wat rust te geven.
Aangekomen in Røldal krijgen we onze eerst stavkirkje te zien van deze reis. Het stadje is mooi gelegen. Het staafkerkje erg klein en bijna schattig. De binnenkant is mooi ook al merk je dat er later vele elementen zijn aan toegevoegd.





Langzaam rijden we de Hardangervidda binnen. Onderweg wordt de baan overspoeld door een massa mist. Het is geen mist maar waterspetters van de Låtefossen. Een spectaculaire waterval. Terwijl velen de weg terugnemen, rijden we verder en komen nog enkele mooie watervallen tegen. Het mysterieuze van de fjorden in de regen blijft ons boeien. Toch zeker de voorbank want door de regen vindt de achterbank dat het even tijd is voor de DVD. Mamma mia wordt gezien en zal gedurende de verdere reis nog vele malen gezien worden. Door een onhandigheidje van Yuthan werkt de afstandsbediening van de DVDspeler niet meer en wij vinden het echt niet de moeite om te repareren. Wij vinden dat ze maar buiten naar de beelden moeten kijken.
We blijven de rand van het fjord volgen en komen uit in Utne, waar we de boot nemen naar Kvandall. Op dat moment is het weer niet zo fameus. Blijkbaar had de schipper er ook last van. Hij moet wel 5x proberen (vooruit, achteruit,…) vooraleer hij de boot op een deftige manier aangemeerd krijgt.
Na lang zoeken vinden we een hytter in de omgeving van Voss. Het is duidelijk dat het seizoen op zijn einde loopt. Campingplaatsen worden moeilijker gevonden en op de moment staan de meesten ook erg vochtig. Gelukkig hadden we het een beetje voorzien en ditmaal hadden we wel hoofdkussens, dekens ed. Gelukkig zijn er daar donsdekens, dus kou hebben we niet. Het eten wordt bereid op het elektrische vuurtje. Best grappig. De kookplaten bevinden zich boven op het dak van de microgolfoven. Het gebouwtje met het sanitair is top. Netjes, luxe, zelfs met muziek. Enkele douches hebben zelfs ook een toilet achter een muurtje zodat kleren droog kunnen worden opzijgelegd tijdens het douchen.
We vissen buiten wat stoelen op die op het balkonnetje aan de voordeur staan en kunnen eten en na de afwas kan er zelfs nog wat UNO worden gespeeld.
De weersvoorspellingen zijn niet top. Er wordt nog veel regen voorspeld.
9 augustus


Na een rustige nacht en al het grootste deel ingepakt, gaan Leon en ik even douchen. Kids maken zich klaar. Na het ontbijt geven we de sleutel af aan de receptie. Daar krijgen we na onze vraag hoe e makkelijk in Bergen geraken zonder al te veel tol te betalen een gouden tip. Neem de auto naar Arna, zet daar de auto (met aanhanger)op de gratis parking en neem dan de trein naar Bergen. Je komt midden in de stad terecht. Daar hebben we oren naar, zeker als ze vertelt dat als je de trein uit Voss (vlakbij) neemt je bijna 120 euro per persoon kwijt bent. Wij betalen in Arna (heen en terug voor 2 volw + 2 kids en hond) en kleine 20 euro. We schuilen in het wachtlokaal tot de trein komt en vertrekken daarna voor een 10min durende rit naar de natste stad van Europa.
Na een vlotte rit waarbij we bij het instappen even Markies moesten helpen, komen we in het station van Bergen aan. Tussen de stellingen door zoeken we onze weg, eerst en vooral richting toilet. Deze kan enkel open met behulp van een visa-kaart, munten worden niet aanvaard. Op zo’n moment is een mens echt blij dat hij die kaart kan gebruiken, zeker voor het zware bedrag van 10NOK. Na de sanitaire stop voor iedereen, vinden we een gratis stadsplan en wat uitleg. Gewapend met plan, regenbroek en goede regenjas (ik ook nog een wegwerpponcho over mezelf en mijn rugzakje) trekken we de stad in, op weg naar de vismarkt en Bryggen. De eerst blijkt door het slechte weer en de erge wind gesloten, het tweede vinden we wel. Dat het op dat moment slecht weer is blijkt uit de vuilbakken op de kruispunten van de wegen thv de vismarkt. Allerlei modellen van paraplu’s steken gehavend uit de bakken. Niet 1, geen 2, maar tientallen.










We wandelen door de gangetjes tussen de huisjes, in de huisjes, voor de huisjes en rond de huisjes. Alles in hout. Daar waar gerestaureerd wordt hangt aan de voorgevel een spandoek met de afbeelding van het huisje zodat het zicht van de straat bewaard blijft. Ergens zijn ze een huisje binnenin aan het restaureren. We gluren binnen en staan verwonderd te kijken naar de restauratie/aanleg van de vloer. Geen simpele plank wordt gebruikt, wel gewoon een ontschorste en vlakgemaakte boom (doorsnede makkelijk 20cm). Van een stevig houtvloertje gesproken. We besluiten dat we in de schuur ons toch zullen beperken tot planken. Ondertussen krijgen we wel honger en besluiten in de hal op de trappen voor de winkel waar we onze broodjes kochten, te eten.
We lijken wel een stel marginalen, uitgeregend, half hangend of zittend op de trap met een broodje. Maar het smaakt en het is er droog, dat is het belangrijkste.
Na ons middagmaal, steken we de straat over en bezoeken er de Mariakirken. Daarna trekken we verder door de stad richting Floibanen. Een familieticket bezorgt ons toegang tot een treintje/tram die ons 800m hoger zal brengen. Het uitzicht is de moeite. En nu regent het, wat moet dit geven bij mooi weer. Markies vindt het weer fijn en krijgt van omstaanders weer de nodige aandacht. We genieten van het uitzicht, minder van de wind en de regen, en keren later weer dezelfde weg terug naar beneden.
Op de terugweg zit er naast mij een echte Engelse dame. Ze lijkt zo uit een Agatha Christie te zijn opgestapt. Tijdens de afdaling haalt ze haar breiwerk uit haar handtas, breit enkele naalden (wsl om de tel van haar patroon niet kwijt te raken) en steekt dan de boel weer weg.
Eens we weer beneden zijn, trekken we weer de (oude) stad in. De Domkirke kunnen we jammer genoeg niet bezoeken tgv restauratiewerken. Maar Markies vindt het tuintje omm de kerk een We prima sanitaire stopplaats. Het is hier dus letterlijk “holy shit”. We ruimen de boel op en gelukkig vinden we dit keer wel snel een vuilbak. Want Noorwegen is erg proper, maar je vindt er zelden, op de voor ons logische plekken, een vuilbak. We kuieren nog wat door de straten en wandelen zo stilaan weer richting station en richting Arna. De treinrit verloopt weer erg soepel. In Arna gaan we door het winkelcentrum richting auto. Daar vinden we een langgezochte nieuwe thermos. Na behoorlijk wat afpingelen, ook nog aan een fatsoenlijke prijs voor een zeer degelijke kwaliteit. We halen nog groenten, vlees en appelen om de voorraad aan te vullen en zetten eens in de auto richting slaapplek. We moeten in elk geval richting Voss. Onderweg passeren we nog de Steindalfossen.
Een megawaterval waar je achter en onder kan lopen. Best spectaculair. In het winkeltje beneden vindt Yuthan een glazen blokje waar in een wolf is gegraveerd.



We rijden verder en vinden enkele plekken maar camping voor tent wordt erg lastig. Al snel wordt er mijn veto gegeven om op dezelfde camping te slapen als de nacht voordien. Vind ik een beetje domme toestand. Ik herinner me dat we op de weg nog een pijl waren tegengekomen naar een andere camping. We slagen het weggetje in en rijden weer een beetje de bergen in. Aangekomen bij camping Espenlanden vinden we een hytter. Niemand om ons te ontvangen, sleutels zitten bij de mogelijkheden op de deur, zodat iedereen kan kiezen en de volgende dag kan afrekenen. Het is ondertussen droog geworden. We kunnen op het gemak uitladen, kleren kiezen voor de komende dagen, koken zonder al te veel moeite. De kleine tafel wordt uitgetrokken, stoelen worden gevonden en het sanitaire blok ligt vlak achter ons, dus erg makkelijk. Toch blijft het me verbazen dat als je een trekkershut verhuurt voor 4 personen, je niet altijd het nodig bestek vindt. Dit keer lukt het met wat scharrelen en creatief denken.
We blijken niet de enigen te zijn met wat moeite om een droge plek te vinden. Bij de buren (NL) hangt de tent over de reling van het balkon te drogen.
Het wordt er nog een gezellige UNO-avond, ook al was het al laat bij aankomst en we keren vermoeid naar onze stapelbedden.
10 augustus

Na een rustige nacht met het nodige comfort, maken we het ontbijt. Leon laadt alles terug in de aanhanger en in de auto. We bekijken uitgebreid, in het zonneke, de kaart want we vertrouwen de gps niet altijd. We ontdekken een hopelijk mooi wit weggetje, weg van de grote baan. Over Ulvik, Bruravik rijden we zo richting Voss. Het weer is veel meer helder dan de vorige dag, dus we krijgen een heel ander landschap te zien. In Ulvik bezoeken we het kerkje, dit keer hebben we geluk : het is open en het uitzicht over de fjord is prachtig met de zon die er op straalt.







Voor de verandering rijden we richting waterval. We rijden hiervoor nog maar eens door een tunnel. Deze is wat anders : hij heeft een rondpunt in de tunnel dat spectaculair blauw verlicht is.
We komen bij de Svjersfossen aan. We kunnen deze bewonderen terwijl we met een weg vol haarspelbochten hogerop rijden om zo aan het begin van de waterval te geraken. Aan de parkeerplek is, zoals zo vaak, een wc. Het bijzondere hier is dat de wand en een deel van de vloer bijna volledig van glas is zodat, als je op het toilet zit, de waterval naast en onder je kan zien stromen. Jitse vindt het geweldig en hoe dringend ze ook moet, ze roept ons allemaal om eerst te komen kijken. We maken nog een kleine wandeling in afdaling naast de waterval.




We vinden de parkeerplek te druk voor onze lunch dus rijden we iets verder. Onder het eten volg ik het beekje aan de overkant van de weg en merk dat dit gekanaliseerd wordt om daarna over een klein waterradje te lopen. Dit staat op het voorwiel van een fiets en het geheel dient blijkbaar om een batterij op te laden (grootte deze van een tractor). Best een grappig zicht. Op het weggetje naast de eetplek, waar we lopen om Markies uit te laten, vind ik bosaarbeitjes. Een lekker dessertje, zeker met de heerlijke zonsmaak.
Over de sneeuwroute rijden we verder. We passeren de eeuwige sneeuw, waarbij alleen Leon stoer genoeg is om er op te lopen (met sandalen).
Onderweg verandert het weer behoorlijk : we krijgen zelfs sneeuw. Dit lokt bij Jitse : “sneeuw in de zomer, hoe kan het,…” uit. Ze is best even in shock. Boven langs de weg lopen ook schapen. 1 heeft genoeg lef om als fotomodel dienst te doen. Het loopt daarna tot aan de auto mee, het lijkt wel of het net als een bedelaar een loon ervoor moet krijgen.












Bij de afdaling van de mooie weg passeren we in Hove een kleine Steinkyrkje. We bezoeken het kerkje en genieten van het moois binnenin. Jammer dat het op dat moment regent, zodat we snel de buitenkant bekijken. Een dorpje verder, in Hopperstad, staat dan weer een Stavkirkje. Ook hier nemen we een familieticket, krijgen een nederlandstalige folder mee de kerk. Ze is best mooi en ook de omloop rondom de kerk is nog mooi bewaard gebleven.
Na deze stop rijden we verder tot in Vangnes. We nemen er de boot naar Hella. Eens de boot af begint de speurtocht naar een camping. Ditmaal hebben we er reeds thuis één gevonden in het boekje Rustiek kamperen, we moeten ze alleen nog zien te vinden. We rijden verder langs een mooi weggetje langs het fjord.
Uiteindelijk komen we in Sognedal, vanaf daar staat de camping aangegeven. We stoppen bij de receptie en geven ons op. Vermits we niet juist weten wanneer we zullen vertrekken, geven we ook onze CampingKeyCard af als waarborg. Het is ondertussen al na 20u. We vinden uiteindelijk een plekje op een hoger gelegen terras met uitzicht op het fjord en de omgeving. Het eerst wat opvalt is de kou en de wind. Het gebruikelijke ritueel wordt gestart, alleen zullen de kinderen ditmaal een iets grotere tent opzetten zodat ze elk hun compartiment hebben. Met de nodige hulp van Leon lukt het hen wel. Ook hier weer valt op dat Jitse tenten opzetten behoorlijk onder knie heeft en dat ook dit bij Yuthan rap rap moet gebeuren. Hij neemt het er allemaal niet zo nauw mee. Hij neemt trouwens zelden de moeite om zij matje te laten opblazen.
Tijdens het koken waait de wind erg vanonder de aanhanger, een echte trekplek. Mijn benen koelen erg af. Voor een keer worden de kinderen vrijgesteld van hun afwasbeurt. Ik kan me nu helemaal opwarmen en zij kunnen aan de receptie even naar de Olympische spelen zien en gebruik maken van de wifi. Deze avond wordt er geen UNO gespeeld. We kruipen vroeg in bed, maar genieten toch ook nog van de lichtjes die van de stad voortkomen en aan de overkant van het fjord te zien zijn. En ik, ik ben blij met mijn warmwaterkruik. De temperatuur komt die nacht niet veel boven het vriespunt.
11 augustus

Volgens de weerberichten wordt dit een mooie dag. We besluiten om een tocht op het Nærøyfjord te maken. Dit is het smalste en langste fjord van Noorwegen en erkend door Unesco als werelderfgoed. Er zijn verschillende mogelijkheden : we rijden naar Kaupanger en nemen de boot naar Gudvangen, of omgekeerd. Bij deze laatste mogelijkheid moeten we wel eerst 2u rijden vooraleer we de boot kunnen nemen. Omdat het weer erg wisselvallig was de vorige dagen hadden we niets gereserveerd. We besluiten naar Kaupanger te rijden en te zien of we meekunnen. Er vertrekt een boot om 12u, 15u en 18u. We voorzien onszelf van de nodige Hartkeks, worst, kaas, tomaat en komkommer, drinkenbussen en flesjes worden gevuld en zo kunnen we vertrekken. We zijn erg vroeg aan de kade. Nemen de rij van “niet gereserveerd” en staan er als derde auto te wachten. Het aantal NL-nummerplaten in de rijen is niet meer echt te tellen. Ze vinden het allemaal erg raar dat we niet bereid zijn tot een babbel. Ondertussen krijgen we bezoek van de man die de ticketten verkoopt. Hij geeft ons niet veel hoop, we blijven echter staan. De boot arriveert en het ontschepen verloopt vlot, het inschepen iets minder. Het is echt passen en meten. Passagiers moeten allen al uitstappen, enkel de chauffeur krijgt aan boord nog de gelegenheid om uit te stappen. De personenauto’s zorgen niet voor het probleem, het zijn vooral de grote campers die dat doen. De 2 auto’s die voor ons in de rij staan, kunnen nog mee. Wij vallen hier letterlijk uit de boot. Terwijl de boot afvaart, praat Leon met de ticketman. We hebben geluk. Een bus die mee zou gaan met de boot van 15u zal alleen de passagiers afzetten en niet mee aan boord gaan. We reserveren en betalen ons ticket.





We verlaten de kade, rijden naar de Coop met de bedoeling broodjes te halen. We nemen echter de verkeerde Coop. Het is er zo ene als bij ons de Brico maar dan gecombineerd met een Blokker. Leon en ik vinden het er wel leuk. En hoeveel soorten breiwol ze er wel niet hebben. Gelukkig is de Coop voor het eten de deur ernaast. Broodjes, appel en zo worden aangeschaft. We rijden daarna terug naar Kaupanger en bezoeken er met een gids de stavkirke. Erg mooi en best wel interessant om te horen hoe het allemaal gelopen is. Het geeft een beter beeld van hoe die kerken nu zo geworden zijn.
Na onze toer, het is dan half 2, zetten we onze auto in de rij. We staan nu eerste van onze rij, naast ons staat er ook al een auto in de rij. We hebben nu de tijd en zetten ons langs het water op 1 van de banken en genieten van onze lunch, van de zon en vooral van het uitzicht.
Onze boot arriveert en wordt ook weer vlot ontscheept. Wij nemen al onze spullen (rugzak, jas,…) en Yuthan, Jitse en Markies zetten zich samen met mij aan de kant. Leon neemt de auto. Hij rijdt als 2de aan boord. Oef we kunnen mee. Ik loop voorzichtig met Markies over het rooster en wacht op Leon om samen de trap naar het dek te nemen. Het is een open dek. Heerlijk in de zon, maar er is erg veel wind. Ook nu duurt het inschepen erg lang. De bus, die eerst niet meeging, gaat nu toch mee. 2 campers die wel gereserveerd hadden, kunnen niet mee. Ik krijg een beetje schuldgevoel, omdat wij er wel opzitten. Maar eens we varen is dit snel over, al vinden we het erg voor die mensen.
Het wordt een mooie tocht van ruim 2u varen. Achter elke bocht verandert het uitzicht, de kleur van het water, de rotswanden die het fjord vormen. We zien bruinvissen uit het water springen, meeuwen die ons volgen. Kortom :genieten van veel moois.
Uiteindelijk bereiken we Gudvangen. Ook nu verloopt het ontschepen erg vlot, vooral omdat we als 2de van de boot gaan. We gaan tanken en vatten de terugtocht richting camping aan, maar niet langs de grote weg. We nemen wat kleinere weggetjes, tunnels, bruggen, passeren mooie uitkijkpunten.
De Aurlandsfjellet is erg mooi. Ook nu weer passeren we de eeuwige sneeuw. Ditmaal waagt iedereen er zich op, het levert mooie, leuke foto’s op.







Als afsluiter nemen we nog maar eens een ferry : Fodnes – Mannheller. We zijn net op tijd en kunnen direct mee inschepen. Aan boord wordt er afgerekend. Een niet wakkere Fransman vergeet zijn handrem op te zetten en van zo gauw hij uitstapt, bolt zijn auto achteruit. Leon en een andere passagier kunnen een botsing met de voorkant van onze auto voorkomen, de man trekt uiteindelijk dan toch maar zijn handrem op.



Het is ook nu weer laat als we bij onze tenten aankomen. Maar doordat het later donker wordt, hebben we er eigenlijk niet veel last van en eten we toch nog bij daglicht ook al is het bijna tien uur.
12 augustus

Vandaag is het weer niet echt denderend. Regen, mist, best frisjes. Wat een verschil met de dag voordien. Leon en ik rijden even naar de winkel. We komen in een winkelcentrum terecht en kijken wat rond. We bekijken jassen, water- en winddichte broeken,.. en ja, we halen ook broodjes en het nodige voor het eten. De meeste mensen verlaten in de loop van de voormiddag de camping. Ik maak van de gelegenheid gebruik om wat te wassen. Haal jetons voor wasmachine en droogkast. De jongens proberen wat te vissen in het fjord. Het blijft bij proberen. Ze bijten niet. Door het weinige volk op de camping eten we onze lunch op in de keuken van de camping. ’s Middags besluiten we om de Sognefjellsvegen te nemen richting Lom. En erg leuke, mooie bergweg langs het fjord, alleen is het best wat mistig dus valt er een ander schoonheid te bekijken.
We bereiken Lom en de stavkirke.






Met behulp van een uitlegfiche bekijken we de kerk van binnen. Best indrukwekkend. De kerk heeft ook mooie banken. Jitse ontdekt dat ze juist past tussen een staaf en de wand van de bank. Best een komisch zicht. We maken nog een sanitaire stop en vatten de terugweg aan.
Ditmaal met nog meer mist en regen. Het wordt niet eenvoudig op de baan. Leon slaagt er in om ons weer veilig op de camping af te zetten. De kids claimen daar een tafel en een vuur in de keuken, Leon en ik nemen de spullen die kant op. Er wordt snel gekookt. We lenen wat materiaal aan een Duits koppel. Ik word weer eens geconfronteerd met het feit dat ik ook vakantie probeer gezond te eten en toch tijd steeds een gezonde lekkere maaltijd op tafel te zetten. De Duitsers schillen een wortel, snijden hem in stukken, en terwijl ze hem koken voegen ze een pakje groentensoep toe. En dat is het. Op hetzelfde moment is er een ander (trekkers-)koppel wat paardebloemblaadjes aan het wassen. Alleen vind ik de exemplaren er nu niet echt smakelijk uitzien. Ik verwerk deze ook af en toe, maar dan zoek ik er jonge frisgroene uit. We spelen nog UNO in de keuken en gaan dan na het avondritueel naar bed.
13 augustus

Ook vandaag regent het. We gaan met z’n allen naar het shoppingcentrum. Maar eerst gaan we langs bij de Coop. Daarnaast is een outlet van sportartikelen en bekijken we ook nu weer jassen en broeken, een mogelijke reis naar IJsland in gedachte. Wetende wat de prijzen in België voor zulks materiaal is, besluiten we dan toch voor Leon en mezelf een jas mee te nemen. We zijn geen 50 euro voor de 2 kwijt. Volledig wind- en waterdicht. We zijn tevreden. Daarna kuieren we door het echte shoppingcentrum. De ene vindt wat in een winkel, de andere vindt wat T-shirts. Schoenen worden door de kids afgekeurd. Makkelijk.
Ook nu eten we onze lunch in de keuken van de camping op. Daarna wordt het weer wat meer helder en blijft het droog. We nemen de boot van Solvorn naar Urnes. Door enkele smalle, drukbewandelde straatjes komen we aan de kade. We zijn ook nu weer precies op tijd om in te schepen. Het verloop ditmaal even anders. We moeten omkeren en achteruit de boot opvaren en aansluiten bij de andere auto’s. Het zijn er dit keer maar maximaal 8 die meekunnen. De meeste mensen maken de tocht als voetganger om daarna weer via dezelfde weg terug te gaan. Maar wij zijn niet zoals de meeste mensen dus keren we langs een andere (berg)weg terug.
In Urnes parkeren we de auto en stappen nog een kleine kilometer bergop. Zo kunnen we de oudste stavkirke al wat bewonderen. We kopen weer een familieticket en wandelen naar de ingang. Markies mag niet op het terrein van de kerk/het kerkhof. Geen probleem, dat zijn we gewend en Yuthan blijft als eerst bij hem. We worden in de kerk rondgeleid door een dame. Best streng : Leon krijgt 2x een opmerking, 1ste voor het fotograferen terwijl ze haar uitleg geeft en 2de voor het net niet leunen tegen 1 van de zitbanken. Jiste en ik kijken naar elkaar en lachen, we wachten af tot hij wordt buitengezet of zoals Jitse het noemt “een nota krijgt en naar de perfect mag”. Na haar uitleg mag er dan wel volop gefotografeerd worden. Ondertussen heeft Jitse Yuthan afgelost. Leon stelt nog enkele vragen aan de gids omdat we dingen opmerken die anders zijn dan bij de andere stavkirken. Hij wordt gewoon in het Nederlands geantwoord. Onze juf was niet alleen streng maar ook behoorlijk welbespraakt in vele talen.








We maken nog wat foto’s aan de buitenkant vooraleer terug te keren naar de parking.De buitenkant van de kerk heeft heel mooi diep graveerwerk. Best de moeite.
Onderweg kopen we aan een stalletje nog een bakje pruimen. Ze smaken prima.
In de auto worden de appels geschild en uitgedeeld. We passeren voor de verandering nog een waterval. Langs de kant van de weg staat een pijltje om het wandelpad er naar toe aan te duiden. Het is een grindpaadje. We (Leon, Yuthan en ik) besluiten de gok te wagen en er naar toe te wandelen. Op de parking hadden we onze stapschoenen uitgedaan dus we staan op onze sandalen. We vertrekken maar al snel wordt het grindpaadje een glibberig modderpad met behoorlijk wat stukken rots. Halverwege besluiten we dat het toch te gevaarlijk wordt zeker voor de persoon die de leiband met Markies vastheeft. We keren terug maar zijn toch een leuke ervaring en een paar mooie foto’s rijker.
We rijden verder langs het fjord en aan de overkant nemen we een stuk weg dat we de vorige dag al deden. Het uitzicht is verbluffend verschillend en mooi.
Voor één keer zijn we eens tijdig op de camping. We genieten van onze maaltijd en maken voorbereidingen voor de volgende dag.
14 augustus

De vorige dagen hadden we onze plannen aangepast. Normaal zouden we vandaag verder trekken maar dan hadden we een bezoek aan de gletsjer gemist, en dat kon natuurlijk niet. We hebben gisteren gelukkig al veel voorbereid, alleen zijn er op zondag geen winkels open en een bakker vinden we niet. Het wordt dus een extra voorraad Hardkeks en Frutkeks die meegaan. De worst, kaas, tomaat en komkommer zijn wel al klaar voor vertrek, eveneens de drinkvoorraad. Broer wordt verplicht zijn aan te ritsen broekspijpen mee te nemen (lange broek verplicht). Jitse doet voor de zekerheid mijn nieuwe jas aan en Leon de zijne. We kunnen op tijd vertrekken. Het is een klein uurtje rijden naar de Nigardsbreen, een arm van de Jostedalsbreen. De dame van de camingreceptie heeft ons verteld dat je er toch best 2u op voorhand bent om zeker plek te hebben omdat er zelden (enkel bij groepen) wordt gereserveerd. We zijn op tijd. Er worden 3 personen ingeschreven voor de short tur : 2u op het ijs. De familietoer laten we vallen, achteraf gezien, gelukkig. De toeren van 3 en 5 u ook. Anders moet ik te lang wachten. Het is een mooi compromis. Bj de toer heeft een bootjetochtje op het gletsjermeer mee inbegrepen. Het is zelfs geen probleem om alleen het bootje op en af te nemen. Bij de familietoer moet je alles te voet doen. We betalen en rijden naar de parking waar de toer zal vertrekken. We zijn er ruim op tijd en wandelen er al wat rond. Aan de picknicktafel worden de Hardkeks met beleg verorberd. Daarna is het tijd om de klimijzers en houwelen in ontvangst te nemen. Als iedereen van de groep alles heeft en iedereen zijn naam op een blad heeft gezet, trekken we naar de boot. Groepen met gids krijgen voorrang op de boot. In de vlucht betaal ik mijn tarief en stap mee op. 15min later stappen we uit, vaart de boot terug voor de rest van de groep. Daarna stappen we in groep nog 45min richting gletsjer. Een mooie wandeling, en ik ben blij dat ik meegekomen ben. Er komen we wat enge stukjes in : een touwenbrug over een snelstromende rivier, een gladde wand waar Markies niet helemaal zelf op kan, maar we redden ons. Aan de voet van de gletsjer wordt de groep nog eens nagekeken want er waren maar 29 namen op het blad en we zijn met 33. 32 eigenlijk want ik ga niet mee op de gletsjer. Er blijken er 2 in de groep te zitten die in een andere groep horen, ze worden onderschept in de hoop de andere groep nog te halen, ze hebben pech, ze kunnen niet met de andere groep mee en ook niet met de onze.
Lars, de 17-jarige gids is een spring-in-‘t-veld maar neemt de boel wel erg serieus. Klimijzers worden onder de schoenen vastgemaakt.Harnassen worden uitgedeeld, het volgtouw wordt vastgegespt. Er worden 2 groepen gemaakt.



















Daarna vertrekken ze en zet ik me met Markies uit de wind op een rots. Ik leg wel mijn regenbroek onder mij kwestie van iets zachter te zitten en begin dan maar in mijn Tess Gerritsen te lezen. Ruim 2u later komt de groep naar beneden. Harnassen en touwen worden boven achtergelaten, ijzers worden mee naar de parking genomen. De afdaling gaat wel erg snel voor mij en al snel blijf ik wat achter. De rest volgt nog netjes de gids. We komen ongeveer allemaal samen aan de boot. Daar blijkt dat Leon zijn hoedje is verloren. Ineens zien we een dame aankomen met het hoedje in haar hand. Leon bedankt uitvoerig in het Engels, het blijken echter Nederlanders te zijn. We gaan niet socialiseren. We moeten even een rit op de boot wachten en komen daarna bij de parking terug. We keren de zelfde weg terug. ’s Avonds is het een gezellige avond. Alles wat kan wordt al netjes in de aanhanger geladen, de luifel wordt afgebroken en de camping wordt betaald, want maandag vertrekken we dan toch maar.
15 augustus

Het is gelukt. Voor het eerst sinds 6jaar zijn ze niet vergeten dat het vandaag Moederdag is. De inpak verloopt voorspoedig. En we zitten al snel op weg naar de ferry Mannheller – Fodnes. Een ongelofelijke luxe : we kunnen onmiddellijk inschepen en om half 9 zitten we dus al op de boot Mandheller -Fodnes met als doel een dagje Flåm. Een deel van de route reden we al in omgekeerde richting toen we van Gudvanger terugkeerden. Ditmaal nemen we geen bergweggetjes maar rijden langs de “grote” weg. Deze weg leidt ons naar de langste autotunnel ter wereld : de Lærdaltunnel : 24.5km. Best spectaculair, zeker als je weet dat er om de 5km een veiligheidszone is gecreeërd die aan het plafond blauw licht heeft en aan de zijkant oranje en groen. Als je die zone nadert lijkt het wel of je het noorderlicht ziet. Al rijdend foto’s trekken is niet zo eenvoudig maar we hebben dan ook 3 pogingen. Eens de tunnel door rijden we verder op de weg die langs het fjord loopt. Er liggen 2 mastodonten van cruiseschepen aangemeerd. We vinden een parkeerplaats voor auto en aanhanger.
Over een mooie brug wandelen we naar het toeristische centrum van Flåm in de omgeving van het station. We vinden dit laatste en pogen een ticket te kopen voor de Flåmbanen. Bij de vroege trein is de terugreis volgeboekt. We zijn daarom genoodzaakt de trein van iets na 12u te nemen. Onze bedoeling was eigenlijk om met de trein op en te voet terug te komen, maar vermits ik ook nog 2 stavkirken wil zien, wordt een retourtreinrit. De Flåmbanen is één van de mooiste treinritten volgens Unesco. Hij gaat van Flåm naar Myrdal. Dit laatste is de plaats waar de trein van Bergen over normaal spoor aankomt, om zo aansluiting te kunnen geven op de rest van het land en vooral op de fjorden. We begrijpen nu waarom de meeste retourritten zo snel zijn uitverkocht. Zij vervoeren alle mensen vanuit Bergen die reeds op voorhand de overstap boekten. We vinden de trein van 12u prima. Gelukkig hadden we nog plek want als we even later van het toilet komen blijkt ook die trein volgeboekt. Nu was het toiletbezoek al een belevenis op zich als je met 2 Nederlands sprekenden staat te wachten tussen 2 bussen Chinezen, en de toilet van de dames is afgesloten voor onderhoud en er alleen mensen uit mogen maar niet in. We moesten de mindervalide WC gebruiken, maar dat was niet helemaal duidelijk. Toch viel wel op hoe gedisciplineerd ze in de rij gingen staan.Verder bezoeken we even de toeristische dienst, de soevenierwinkels eromheen, het marktje en halen in de Coop de broodjes voor ons vroege middagmaal. De op te sturen kaartjes worden ook aangekocht en op weg naar de trein in de postbus gestoken. Nog even aanschuiven vooraleer we mogen opstappen en dan is het zo ver. We kunnen er in. Leon moet Markies wel optillen aan zijn gareel en Yuthan een duwtje onder zijn poep geven want de opstap is wel erg hoog. We vinden een 5-plaatsen-hoekje en installeren ons. Markies moest mee betalen, dus vinden we dat hij recht heeft op een plaats. Niemand geeft een opmerking, integendeel, we hebben weer een attractie bij, of in dit geval op, een atrractie, want iedereen wil hem aaien.
Het wordt een mooie rit. Tijdens de rit kan je in de trein op een scherm ook nog informatie lezen en wordt er in 3 talen verteld wat je kan zien : de oude kerk van Flåm, het landschap, de stations, de oude weg. Er wordt ook even gestopt thv een megawaterval en passagiers krijgen dan de kans om er foto’s van te maken. Eens in Myrdal heb je 10 min om het station rond te lopen en terug in te stappen. Leon en de kinderen stappen uit, ik blijf met Markies zitten omdat de opstap te moeilijk is en we zo zeker zijn van een leuke plek voor de terugrit. Het inladen verloopt niet zo vlot omdat er veel materiaal en bagage meemoet van de mensen die uit Bergen komen. Bagage mag niet in de trein maar moet in een aparte wagon. De treinrit is logisch het omgekeerde van de heenrit, alleen jammer dat het bandje met de uitleg niet nieuw is maar ook in omgekeerde volgorde wordt afgespeeld. Toch is ook de terugrit de moeite waard. Eens weer in Flåm wandelen we het perron af. Het weer is volledig omgeslagen : terwijl het in de ochtend nog bewolkt is, schijnt nu de zon volop. Het is erg warm, ijsjesweer. Alleen is het moeilijk om in Noorwegen enkel vanille-ijs te vinden zonder sporen chocolade. Dit keer heeft Yuthan geluk : ze verkopen er vanille softijs. Hij en Leon eten zoiets, Jitse een bekertje chocolade-ijs en ik een soort Cornetto met karamel. Het smaakt. Na ons ijsje trekken we naar de auto om verder te rijden naar Undredal, maar eerst bekijken we hoe het cruiseschip de haven verlaat.




Met de auto is het een kleine 20min naar Undredal. Hier bevindt zich het kleinste stavkirkje. Het dorpje is niet zo vlot berijdbaar voor auto en aanhanger, dus na wat gemanoevreer, parkeren we uiteindelijk op het parkeerterrein buiten het dorp. We wandelen nog enkele minuten en zoeken het kerkje. Het duurt even, niet omdat we geen kerk zien, maar wel omdat we eerst op de uitleg moeten lezen dat het witte kerkje wel degelijk het stavkirkje is. Wel een gek zicht, zeker als je alleen nog maar zwarte zag. Het is jammer genoeg gesloten.
Vermits er in het dorpje niet veel te zien is, gaan we over het bergweggetje maar terug. Onderweg komen we een kudde geiten tegen. Dit is de eerste keer, meestal zijn het schapen.
Voor de tweede maal die dag passeren we de spectaculaire tunnel. Ditmaal op weg naar Borgund. Hier bevindt zich de best bewaarde stavkirke. In het bezoekerscentrum kopen we onze ticketten. Hier vragen we of Markies me binnen de omheining mag, want dit mag meestal niet. De persoon achter de kassa zegt dat hij zelfs in de kerk mag, maar dat geloven we niet echt en dat doen we zowiezo niet. Aan de ingang van het kerkhof (rond de kerk) staat iemand en die zegt dat hij wel binnen de kerkhofmuur mag, maar niet in de kerk. We vertellen haar ook snel dat het aan de kassa anders werd verteld. Leon bezoekt met de kinderen de kerk, ik wacht even buiten en loop ondertussen langs de buitenzijde om de kerk heen. Jitse doet hetzelfde maar aan de binnenzijde. Zij ziet mij te laat en schrik zich een hoedje. Hilariteit alom. Ik word afgewisseld door Leon. Hij wandelt naar de buurkerk en helpt de dame aan de ingang met de inhoud van de bus Chinezen tegen te houden die niet willen snappen dat ze eerst een ticket moeten kopen. We lachen nog met een bende dames van dat gezelschap die op een rij achter elkaar op dezelfde plek staan om een foto van de kerk te trekken. Het kan toch niet dat iemand een foto heeft die anders is dan degene die zij hebben. Leon zet zich er tussen. Een grappig zicht.
Na deze kerk begint de zoektocht naar een camping. We zijn dan wel uit het fjordengebied maar een wildkampeerplek zit er nog niet in. We rijden nog een tijdje door mooie vlaktes om dan eindelijk een pijltje richting camping tegen te komen. Camping Hulbak is een kleine camping, er staan niet veel mensen, 2 Duitsers en jawel 7 Hollanders. Wij komen er met onze gele plaat bijstaan, ergens rustig in een hoekje om niet te veel te moeten socialiseren. Heel snel worden de tenten opgezet, de kids de grote, Leon de daktent en ik kook. We eten aan een in het gras staande picknicktafel. Zo kunnen we nog even van de avondzon genieten. Na het eten gaan we naar de receptie en wat blijkt : de eigenaars zijn Nederlanders. Op de vraag of we stroom willen, antwoordt Leon, ik heb het even aangesloten om de batterij van de camera op te laden. We moesten daarvoor geen stroom betalen. Voorts zijn alle voorzieningen eenvoudig maar netjes in orde.
16 augustus.

Een mooie zonsopgang kondigt een dito dag aan. Terwijl Leon en de kinderen de tenten opruimen, kook ik water met de snelkoker in het keukentje van de camping. Zo wordt koffie en thee zetten erg makkelijk. We ontbijten aan de picknicktafel, in het zonneke. Zalig. Nog even snel afwassen in hetzelfde keukentje en een nieuwe thermos thee zetten voor onderweg en we kunnen vertrekken.
Eens op weg passeren we kleine dorpjes, en af en toe een mooie kerk. Jammer genoeg zijn de meeste nu gesloten.
We rijden verder naar een wildpark : Langedrag. Via een pittige klim langs een grindweg rijden we naar boven. We parkeren onze auto zoals gewoonlijk dwars op de vakken want anders past het niet met de aanhanger.


We lezen, of doen toch een poging om het te begrijpen want alles in het Noors, de affiches. Noodgedwongen trekken we naar de receptie omdat we konden begrijpen dat honden niet toegelaten zijn in het park en dat er kennels zijn voorzien. Alleen, het meisje (een jonge twintiger) die achter de kassa staat is niet zo vlot met Engels. Met hand en tand komen we te weten dat er kennels zijn en dat we een waarborg moeten betalen voor het slot. Alleen ook hier een probleem want de sloten zijn zoek. We besluiten dan maar naar de kennels te gaan. Markies er in te zetten met zijn drinkenbak en een hangslot, meerbepaald het disselslot, aan de deur te hangen.We gaan terug naar binnen en betalen ons familieticket en krijgen en plattegrond mee. Even zoeken en dan vinden we het domein van de wolven, want daar kwamen we toch voor. Maar de wolven hadden en veel te groot terrein dus is er behoorlijk wat teleurstelling bij broer. Gelukkig is er nog het stuk met de iets socialere wolven. En ja hoor, daar vinden we er twee. Ze zijn behoorlijk actief en komen tot de omheining. Omdat er een dubbele omheining is, zijn ze ongeveer een meter van ons verwijderd. Yuthan en Jitse stralen. Zeker Yuthan. Een hele fotoshoot met gsm’s en camera wordt er genomen.
We wandelen verder richting lynx, ook daar hebben we geluk. Poes loopt af en toe langs en wordt daardoor ook langs alle kanten gefotografeerd. Even verlaten we het park om op de parking onze broodjes te verorberen. Daarna gaan we verder met de rendieren, al zijn deze niet zo spectaculair als de wilde van 2 jaar geleden. Toch is het fijn die mooie dieren nog eens te zien. Ook voor de elanden geldt dit. Twee jaar geleden hebben we ze nog uitgebreid geknuffeld en eten gegeven, nu zien we ze achter een hek. Maar toch. Uiteindelijk hebben we het meeste gezien, nog een kinderboerderij met paarden, koeien, geiten en pluimvee, wat wilde konijnen waarbij de kinderen doen of ze nog nooit eerder een konijn zagen, en daarna pikken we Markies weer op. Terwijl ik hem nog even uitlaat langs de rand van de parking, is hij echt door het dolle heen om ons terug te zien. We stappen allemaal weer in en rijden verder.
Ditmaal rijden we richting Herdal waar, jawel, een stavkirkje is, jammer genoeg is ze al gesloten, terwijl ze eigenlijk nog bijna een uur open zou moeten zijn.




Terwijl Leon de foto’s maakt, loop ik over het kerkhof en bekijk zoals steeds de grafzerken. En ook nu weer zie ik dat de mensen hier behoorlijk lang leven. Ofwel erg vroeg sterven (kinderjaren, eerste en tweede wereldoorlog).
Na op de parking onze appel te hebben gegeten trekken we verder. Ditmaal naar Reinli voor, je raadt het goed : een stavkirke. Ook deze is gesloten maar de klokkentoren is nog open.




Uiteindelijk rijden we verder over enkele bruggen en door nog enkele tunnels en vinden een camping. Camping Lyngstrand bezorgt ons een slaapplek. Alles wordt snel opgezet en ook nog snel gekookt. Terwijl het begint te schemeren kunnen we eten. Het is de eerste camping met zonnepanelen op het dak. Het water van de douches en in de keuken is lekker warm. Yuthan gaat douchen en terwijl hij onder de douche staat, hoort hij damesstemmen in de herendouche. In zijn beste Engels wijst hij de dames op hun fout, wat behoorlijk wat hilariteit veroorzaakt.
17 augustus

Tijdens de ochtendwandeling met Markies trekken we naar de rand van de camping, aan het begin van het bos. Daar vinden we heerlijke bosbessen. Net naast onze kampplek staan ook nog rode bessen. De boterhammen krijgen dit keer een extraatje en ik ook.Mmm
We rijden over een bergweggetje richting Gjøvik. Hier bevindt zich de grootste ondergrondse sporthal. Het is een hall die in 1994 in of uit de rotsen is gehouwen en waar de ijshockeywedstrijden plaatsvonden. De wanden rondom zijn versierd met in steen uitgehouwde duplicaten van ergens in Noorwegen gevonden rotstekening. Sommige herkennen we van 2 jaar geleden.
Na het bezoek alhier, rijden we nog even door het stadje en gaan zo richting Hamar.
Onderweg passeren we weer mooie plekjes en eten even op een versgemaaide picknickplek naast de weg.
Ook hier vinden we 2 sporthallen die gebruikt werden tijdens de olymische spelen van 1994.







De eerste die we bezoeken, of eerder waar we rondwandelen is het Ol Amfi. Deze hall is gekoppeld aan een multifunctionele Nordlyshall en samen vormen ze een van de grootste houtenbouwwerken ter wereld. De sporthall werd gebruikt voor het kunstschaatsen en de shorttrack-baan.
Vandaag is het de beurt aan Markies om even van de sneeuw te profiteren.
De andere hall is het Vikingshipet. Zoals de naam het zegt : het lijkt op een omgekeerd vikingsschip. Het enige probleem : het wordt gerestaureerd. We kunnen het dus niet bezoeken. Jammer. We beperken ons dus tot de buitenkant. De hall werd gebruikt tijdens de spelen voor het schaatsen, meerbepaald de langere afstanden.
De hall is gelegen langs een mooi meer.




Op de parking is een parcoer uitgestippeld waarschijnlijk bedoeld als instructieplek voor motor- of brommerrijders. Ik volg het parcoer te voet, wat de nodige commentaar en hilariteit veroorzaakt.
We vatten onze weg aan maar komen niet echt ver want onderweg komen we een bouwwerk tegen. Het blijkt een kerk te zijn; gewoonweg spectaculair. Jammer genoeg is ze gesloten. Toch zijn er ramen genoeg om ook de binnenzijde te bewonderen.
Alles is strak, eenvoudig, het hele bouwwerk is in hout. Zelfs op de parking wordt de stijl volgehouden met de strakke verlichtingspalen.
Na nog enige tijd rijden besluiten we dat het tijd is om een kampeerplek te zoeken. We vinden via een smal weggetje achter een parking een mooie plek. Op het moment dat ik daar loop om Markies uit te laten, staat er een caravan van een visser die zijn spullen aan het opruimen is van het vissen in de rivier daar. De caravan vertrekt en we rijden er naar toe. Alleen Jitse krijgen we niet overtuigd. We begraven onze plannen en rijden naar een camping. Camping Sjøstrand ligt langs water. Een ruime parking, veel plek. De receptie is niet zo geweldig. Raampje schuift open op het moment we aankomen rijden. Een dame steekt haar hoofd naar buiten : place? Haar Engels is niet super. We vinden een plek nadat we betaalden. Het sanitair is netjes, de keuken erg verzorgd en voorzien van vele gemakken. Alles wordt opgezet, omdat het al wat later is voor de kids het kleine tentje. We maken er nog en gezellige UNO-avond van en genieten van de zonsondergang.
18 augustus

Na een rustige nacht, bak ik pannenkoeken als ontbijt. De overburen van een stacaravan bekijken ons nu ook weer grondig. De vorige avond hadden ze al een paar keer langsgelopen om te zien hoe de opstelling nu precies in elkaar zat. Vanmorgen moeten ze verdacht veel naar de wc. Na het bakken wordt alles veel sneller opgegeten dan het is klaargemaakt. Het wordt een take-it-easy-dag. We willen de terugweg niet alleen als kilometervreter laten doorgaan, daarom besluiten we het even rustiger aan te doen en nog een extra stukje van Zweden mee te nemen en vooral over de kleine weggetje verder te rijden zodat de grote wegen en drukte nog kunnen vermeden worden. Het rijdt rustig. Enkele kilometers voor de Zweedse grens verorberen we onze lunch.
We rijden de Zweedse grens over zonder problemen en na enkele kilometers komen we tot de ontdekking dat er nu geen controle zal zijn, want er is geen grenspost.






We genieten van het Zweedse landschap. Op een bepaald moment neemt Leon een smal weggetje. Op de gps had hij gezien dat het einde van het weggetje terug op de baan uitkwam zodat er niet gekeerd hoefde te worden. Na het passeren van een Duitse camper en een wandelend koppel, parkeren we de auto met aanhanger aan de kant. We besluiten om een heleboel bosbessen te plukken. Doel 1kg. Bij thuiskomst blijkt het een halve kilo te zijn geweest. Dus niet slecht volgens ons.
En ondertussen smul ik lekker.



We rijden het weggetje uit, voorzichtig putten en hindernissen vermijdend. We doen ongeveer 10min over 300-400m.
We rijden verder richting Götenborg. Ons doel is Alingsås. Het is een groene omgeving met mooie plekjes aan het meer. Omdat het niet lukte in de heenweg, wilden we dit zeker doen op de weg terug. Onderweg krijgen we bij volle zon toch enkele regendruppels. Het levert een mooie regenboog op. De eerste camping aangegeven door de gps is er een waarvan we op afstand al zien dat het niets voor ons wordt. We rijden naar een andere. Camping Lyngareds. Ook deze plek heeft een boel stacaravans. De eerste plek die we toebedeeld krijgen is er 1 op het tentenveld. We kunnen er echter niet op omdat enkele campers van een motorbende niet op de normale plaatsen staan. We vragen een andere plek, en krijgen die. Het is een vlakke plek alleen spinnen de autobanden wat bij het manoevreren. We krijgen de boel rechtgezet. Ditmaal onder toeziend oog van een Duits gezin. Wij hebben een bench bij voor Markies. Maar zij een extra tent en kot voor 2 cavia’s.


Na het eten besluiten de kids toch nog even in het meer te gaan. Yuthan neemt een frisse duik, Jitse wordt een beetje afgeschrikt door een bende jongeren die behoorlijk wat kabaal staan te maken op de pier. Zij blijft droog.
19 augustus

Vandaag zijn we erg vlot met afbreken en ontbijten zo dat we snel weer op pad kunnen. En wat komen we tegen … juist ja een stavkirkje. Achteraf blijkt het enige stavkirkje in Zweden te zijn. Het is een schatje, maar jammer genoeg gesloten.
We rijden verder. De rest van rit is niet zo spectaculair. We komen nog enkele mooie bruggen tegen, lunchen op een bank aan een kerk.
Nadien komen we in Krogsereds een kerkje tegen dat wel open is. We geven het een kort bezoekje.






Na nog wat kerken te zijn gepasseerd en enkele mooie plekken, rijden we de parking van IKEA nabij Helingsborgs op. De jongens doen zich te goed aan de köttbullar. Jitse neemt de kipfilet en ik de zalm. Alles lekker. Nog even snel een bezoekje aan Ikea daar en dan rijden we verder richting kampeerplek. Ditmaal willen we de plek nemen waar we 2jaar geleden sliepen en we op de heenreis langsreden. Jammer genoeg staat er nu een verbod op kamperen. We besluiten het dan toch maar niet te doen omdat het nog behoorlijk licht is. We rijden verder en vinden een camping in de buurt van Lomma. We arriveren er iets na achten. Blijkbaar heeft de camping een plek waar je tussen 21 en 9u kan staan en waarbij je toch gebruik kan maken van de faciliteiten daar. Alleen moet je iets verder lopen. We krijgen ook zo’n plek. Prima voor ons. Kids besluiten dat ze dan ook maar onderaan onze tent zullen slapen naast Markies. Vermits we al aten en het vroeger donker wordt doen we nog een avondwandeling op de camping en op het strand. We zien dat ons plekje prima is. Op de camping zelf staan heel veel Nederlanders en is het erg rumoerig. Achter ons op de snelle plek staat en megacamper. Eigenlijk een omgebouwde LKW.
20 augustus

Vermits we maar 1 tent moeten opruimen, is dit snel gebeurd. We hebben nog een hele babbel met de Duitser van de camper over hoe hij de vrachtwagen heeft omgebouwd. Hij is er 4 jaar mee bezig geweest.


Als we die morgen de parking afrijden dan beseffen we dat het kilometervreten wordt. En dat de vakantie nu bijna voorbij is. Ik neem loods ons samen met de gps over Malmö, over de Øresundbrug, door Denemarken richting Duitsland. Alles verloopt normaal. Geen controles aan de grens, terwijl we dat aan de overkant wel zien. Geen noemenswaardige files. Alleen in Denemarken zijn er files. Het regent, er brandt een auto uit en aan de overkant ligt een auto op zijn kop. Dit alles zorgt voor behoorlijk wat oponthoud. We eten op een parking langs de autosnelweg. Daar merken we dat veel chauffeurs niet doorhebben dat lange stroken voor vrachtwagens, caravans en aanhangers zijn. Ze parkeren aan het begin, rijden niet door tot het einde, en blokkeren zo de hele boel. Ach ja, volgens onze kinderen zijn we iets te kritisch.





Net voor Bremen, zoeken we een slaapplek. Na een lange weg over de plaatselijke baan, komen we aan een camping aan. De boel lijkt verlaten. Toch komt er een dame buiten. Sinds begin augustus de nieuwe eigenaar van de camping. We hebben dus geluk dat er iemand is want we hebben een sleutel nodig voor de barreel en voor het toiletgebouw. We vinden een goed gelegen, rustig plekje. De camping lijkt wel uitgestorven. Ook nu besluiten de kinderen onderaan onze tent te slapen. Na een wandeling in het bos over de camping wordt het nog een korte gezellige avond. We worden net als 2jaar geleden geconfronteerd met het feit dat het in het Noorden langer licht blijft en we weer moeten wennen aan het sneller donker worden.
21 augustus

Na een rustige nacht, en na de afbraak worden we verrast met verse broodjes. We bewaren ze voor lunch en ontbijten snel. Het wordt nog een hele rit vanuit Bremen naar huis. We rijden een tijdje over de plaatselijke baan richting autosnelweg. Eens daar, neem ik mijn boek waar ik daags voordien op de saaie banen aan begonnen ben. Het leest lekker vlot.
Om de vele files die we hadden door de werken tussen Osnabrück en Münster te vermijden besluiten we sneller Nederland in te duiken en zo verder naar het zuiden af te zakken. We eten net over de grens. Ook deze keer weer aan een picknicktafel.



Na het eten lees ik verder en Leon rijdt verder. Vermits hij nu op bekend terrein is, heeft hij mij en de kaart even niet nodig.
Eens Breda voorbij, duurt het niet lang meer voor we Belgë naderen. In St-Job-in –‘t-Goor vinden we een frituur. Even wachten tot ze open is, en daarna houden we een traditie in eren en eten we frieten in België na een vakantie in het buitenland. We rijden verder naar huis met even nog een snelle stop in de Bernard de Pooterstraat. Oma en Opa zijn blij om ons te zien. De laatste kilometers naar huis verlopen vlot. Thuis vinden we een proper huis, met veel lekkers (gezond en iets minder gezond)om ons te verwennen. Ook nieuwe bloemen en een onderhouden tuin. Bedankt Georges en Nicole.





